Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers [of] ener leliebloem; zij hield [64]twee duizend [65]bath. 64. Versta, dat men daarin gewoonlijk zoveel water deed; maar tot boven toe vol zijnde hield zij drie duizend bath, 2 Kron.4:5. 65. Een grote maat der Hebreen van natte waren, houdende zoveel als een efa in droge waren, Ezech.45:11. Een efa nu hield tien gomer, Ex.16:36, en Lev.5:11. Een gomer hield drie en veertig gemene eierschalen; zes dezer schalen houden de maat van een log. Zie Lev.14:10. Twee en zeventig log maakt omtrent een bath.